dinsdag 13 september 2011

Requiem voor een oud paar laarzen

Vanmorgen maar weer eens mijn laarzen uit de stapel in de hal opgevist. Je kunt niet op teenslippers blíjven lopen en hopen dat de zomer nog komt als je maar lang genoeg volhoudt dat het nog kan, met blote voeten. Het was hoog tijd de waarheid onder ogen te zien: het is koud, het is herfstig en de sokken moeten uit de kast. En de laarzen dus uit hun verdomhoekje. Maar van de confrontatie met mijn suède lievelingslaarzen kreeg ik acuut een winterdepressie. Ze bleken van lichtbeige ineens lichtgroen te zijn geworden. En roken ook wat muf… Ze leken verdacht veel op de boterhammen van de kinderen die je na een week of wat uit een vergeten rugzakje opduikt. Beschimmeld dus. Maar hoe kan dat nou? Zo vochtig is het niet in die hal.
Maar ja, ze waren ook al best oud; een jaar of zes, zeven. En de hakken waren al eens vervangen en alweer scheefgelopen. Dus hup: in de vuilnisbak. Maar zo makkelijk als dat gedaan was, zo moeilijk was het de deksel er definitief op te gooien. Daar lagen ze dan, mijn lievelingslaarzen, dood te wezen bovenop een leeg pak yoghurt, een kaasverpakking en sinaasappelschillen. Waar zijn we samen allemaal wel niet geweest? Ik herinner me een oud en nieuw, waar ik ze voor het eerst aan had. Feestjes, naar het werk, winkelen in de stad. Het verdriet toen er een vetvlek op spatte; die ik er toch weer uitkreeg. Maar het zit erop. Dag oude laarzen. Ik zal jullie missen!