zondag 13 november 2011

Kattenlaantje

Drieëntwintig jaar geleden kwam ik in Amsterdam wonen. En via een kennis uit mijn oude woonplaats, die ik dag één toevallig in een café tegenkwam, belandde ik bij een tennisclub in het Vondelpark. Het Kattenlaantje. En daar hadden we vijf jaar lang de tijd van ons leven. Op zaterdagen dronken we er koffie, losten en passant het cryptogram op, en tennisten tussendoor wat. Avonden zaten we er onder de bomen, luisterend naar Van Morrison, met wijn, nootjes, bitterballen. En ik dacht: ik woon in Amsterdam. Ik tennis in het Vondelpark. Nú is het echte leven begonnen!
Maar de ouwe keet die het clubhuis voorstelde ging op de schop. De uitbater werd commercieel. Er was al snel geen verschil meer met de ballenclub Festina, een paar meter verderop, waar we ons mijlenver boven verheven voelden. En uit protest vertrokken we met een hele club gelijkgestemden. Maar konden het vervolgens nergens anders vinden. De club viel uit elkaar. En ach, er kwamen kinderen. Er was geen tijd. Geen geld ook. Maar al die tijd miste ik het tennis. Tot ik drie jaar geleden bij ons in de buurt eindelijk weer begon. En daar vond ik het weer: het buitenspelen als het donker wordt en de lichten aangaan, de meligheid, het bier (dat in West de plaats innam van de wijn in het Vondelpark). De muziek was anders, de locatie, maar ook hier... ritselende wind door de bomen, mistig licht op oranje gravel in de avond, het geplok van de ballen; het gevoel bij een feestje te mogen aanschuiven; ergens thuis te horen.
Maar vandaag was ik voor het eerst na al die jaren weer op het Kattenlaantje. Een toernooitje van de tennisschool, die sinds kort zowel op onze club als in het Vondelpark lesgeeft. En daar stond ik weer. Na bijna twintig (slik!) jaar afwezigheid. Een zonnige dag, fietsers door het park, toeristen, bewoners, joggers; middenin de stad. Wat had ik dat gemist. Wat was het lang geleden! En ik kreeg heimwee. Heimwee naar een verloren tijd. Door een donkere stad fietste ik terug naar huis. Overal verlichte ramen, waarachter zoveel levens. Alsof ik de stad opnieuw zag, er net op kamers was komen wonen. Overnieuw zou kunnen beginnen. Maar het enige nieuwe was een tennistas, gewonnen in de loterij van het toernooi. En die hangt nu aan de kapstok, trots en weemoedig te wezen. Een herinnering aan een verloren tijd. En een belofte voor het nieuwe seizoen. Mijn ouwe tas heb ik zojuist in de Kliko gedumpt. Soms moet je afscheid nemen...

dinsdag 13 september 2011

Requiem voor een oud paar laarzen

Vanmorgen maar weer eens mijn laarzen uit de stapel in de hal opgevist. Je kunt niet op teenslippers blíjven lopen en hopen dat de zomer nog komt als je maar lang genoeg volhoudt dat het nog kan, met blote voeten. Het was hoog tijd de waarheid onder ogen te zien: het is koud, het is herfstig en de sokken moeten uit de kast. En de laarzen dus uit hun verdomhoekje. Maar van de confrontatie met mijn suède lievelingslaarzen kreeg ik acuut een winterdepressie. Ze bleken van lichtbeige ineens lichtgroen te zijn geworden. En roken ook wat muf… Ze leken verdacht veel op de boterhammen van de kinderen die je na een week of wat uit een vergeten rugzakje opduikt. Beschimmeld dus. Maar hoe kan dat nou? Zo vochtig is het niet in die hal.
Maar ja, ze waren ook al best oud; een jaar of zes, zeven. En de hakken waren al eens vervangen en alweer scheefgelopen. Dus hup: in de vuilnisbak. Maar zo makkelijk als dat gedaan was, zo moeilijk was het de deksel er definitief op te gooien. Daar lagen ze dan, mijn lievelingslaarzen, dood te wezen bovenop een leeg pak yoghurt, een kaasverpakking en sinaasappelschillen. Waar zijn we samen allemaal wel niet geweest? Ik herinner me een oud en nieuw, waar ik ze voor het eerst aan had. Feestjes, naar het werk, winkelen in de stad. Het verdriet toen er een vetvlek op spatte; die ik er toch weer uitkreeg. Maar het zit erop. Dag oude laarzen. Ik zal jullie missen!

dinsdag 23 augustus 2011

Ferienweh

Alweer een week terug. Aan het werk. In het gareel. Niks aan de hand. Zou je zeggen. Maar zo voelt het niet. Vanbinnen ben ik een stampvoetend kind, dat maar niet kan geloven dat het uit het paradijs geknikkerd is. Waarom moet ik weer een agenda en deadlines, stress en geregel? Terwijl het blijkbaar anders kán! Met een licht hoofd in de buitenlucht dartelen. Vanzelf levend in het 'hier en nu', terwijl je daar de rest van het jaar ingewikkelde cursussen voor moet volgen, omdat je voortdurend in de stand 'daar en later' schiet. De bladen zeggen dat iedereen er last van heeft. Omdat mensen nu eenmaal slecht tegen veranderingen kunnen. Maar dat het na drie dagen weer over is. Drie dágen? Drie wéken zullen ze bedoelen. Voor elke week dat ik ben weggeweest, heb ik een week nodig om te accepteren dat het weer voorbij is. En dat het weer niet gelukt is het laat-maar-waaien-gevoel mee te nemen naar huis. Omdat vakantie en werk (hoe leuk dat werk ook is!) nu eenmaal twee verschillende planeten zijn: leegte versus volheid, ontspanning versus inspanning, zorgeloosheid versus structuur, waslijn versus deadline. Onverenigbare entiteiten. Maar nu is het nog niet zover. Ik wil terug. Ik wil terug. Ik wil terug! STAMP-STAMP-STAMP.

donderdag 14 juli 2011

Muizen op kantoor

Kreeg gisteravond een mailtje van een collega: muizen!! Verder geen commentaar. Maar de boodschap is luid en duidelijk overgekomen. Ik ga voorlopig niet meer naar de Keizersgracht. Ik blijf fijn thuis werken. Tot iemand een bom op het nest (in de muur van de buurman schijnen ze te zitten) heeft gegooid. Tot het gif zijn werk heeft gedaan. Tot kortom, er geen muis meer te bekennen is. Ik heb 't nota bene bij het intakegesprek gevraagd: of ze wel eens muizen hadden. Nee nog nooit! En nu dit!
Nu heb ik gisteren heel toevallig een tosti mozzarella staan maken in de keuken. Met tomaat en basilicum. En misschien dat dit toch niet zo heel toevallig is. Want het kan natuurlijk heel goed zijn dat zo'n Keizersgrachtmuis (het was nogal een dikke heb ik begrepen) z'n neus ophaalt voor een stukje Goudse, maar bij mozzarella (ja, buffelmozzarella) toch uit z'n hol gekropen komt...! Nu wil ik best dat tosti-apparaat komen ontsmetten. Maar pas als ik heel, heel zeker weet dat de anti-muizenbrigade van kantoor z'n werk goed gedaan heeft. Dat wordt dus loten. Al vind ik dat de vijf mannen van kantoor (die heb ik nog niet horen gillen, althans niet hardop) zich maar 'vrijwillig' moeten melden. Emancipatie is leuk, maar als het op muizen aankomt, koop je er niks voor. Dan wil je als vrouw gewoon ouderwets gered worden. Ik wel althans. Voorlopig ben ik uitsluitend thuis bereikbaar.

donderdag 7 juli 2011

Being Agassi

Ik lees op dit moment de autobiografie van Andre Agassi. Ik ben nog maar op een kwart, maar tjonge wat een spannend boek! Het is net een thriller. Wel balen dat die man ook nog goed kan schrijven, trouwens! Maar daardoor kom ik er maar mooi weer achter hoe je (ik in elk geval) geneigd bent de levens van grootheden te romantiseren. Kon ik maar zo goed tennissen (dansen, cellospelen, schrijven enzovoorts), dan was ik nog eens gelukkig (want rijk, geslaagd, beroemd enzovoorts). Maar dat daarachter een hoop ellende schuilgaat vergeet je voor het gemak vaak maar even. En toch... hij is nu wél met Steffi Graf, denk ik dan. En die heb ik me toch een partij bewonderd! Vooral haar benen (in tennistaal: voetenwerk). Ik herinner me een documentaire waarin minutenlang alleen maar haar benen in beeld waren. Je zou voor heel even wensen dat je Martina Navratilova was.
Dus ja, ik moet nu vrees ik toch concluderen dat al die ellende in het geval van Agassi wel de moeite waard was (al heb ik 't boek dus nog niet uit). Gelukkig heb ik vanavond weer tennisles. En dat gaat eigenlijk vooral goed als ik me inbeeld dat ik Steffi ben, en net als zij kan dansen op het gravel (niet verder vertellen, want het ziet er heel anders uit, I know!). En op zo'n gewone zomeravond in Amsterdam-West, met een lacherig biertje na afloop, kun je zomaar gelukkig zijn, ook al wordt het nooit echt meer wat...!

woensdag 22 juni 2011

De boot in (maar nu echt)

Dat bootje varen niet alleen maar ontspannend en gezellig is, hebben we vorige week ervaren. Zoon ging varen met vrienden, op de boot van een van hen. Een kajuitboot. Onzinkbaar, zou je denken. Maar helaas. Door een combinatie van factoren (drie jongens op een surfboard die getrokken werd door de boot, de vrij hoge snelheid en een plotselinge manoeuvre van de kapitein) werd de surfboard omlaag getrokken die op zijn beurt de boot opzij trok. En nu ligt die onzinkbare stalen kajuitboot op de bodem van de Sloterplas, op 25 meter diepte. Minstens. Je hart slaat over als je het hoort. Hoe fout had dat kunnen aflopen. Maar ze leven nog. En de boot blijkt verzekerd. Kortom, een naar ongeluk. Met relatief goede afloop. Een gemeende spijtbetuiging van de jongens, en hulp waar ze die maar kunnen bieden. En dan zand erover.
Maar nee. Deze 'Titanic' gaat nog een lange nasleep krijgen. Want twee van de eigenaren (het was het bezit van drie stellen) willen maximale boetedoening van 'die kutjongens die hun boot moedwillig tot zinken brachten'. Een maximale schadeloosstelling, die de ouders dan maar moeten opbrengen. En nu slaat mijn hart voor de tweede keer over. Want ik heb helemaal niet het gevoel dat mijn zoon iets verkeerd heeft gedaan. Er iets van geleerd moet hebben. Behalve dat een ongeluk in een klein hoekje zit. En dat je mensen pas goed leert kennen als de nood aan de man is...

woensdag 8 juni 2011

De boot in

Het zal de meeste mensen niet ontgaan zijn: we hebben een bootje! Vorige week donderdag (een vrije Hemelvaartsdag) gingen we kijken bij twee broers in de buurt van Nieuwkoop. Op Marktplaats prezen zij een 'prachtig overnaads tourbootje' aan. Hoewel we ons hadden voorgenomen niet spoorslags akkoord te gaan met prijs en product, gingen we ter plekke overstag. Niet handig voor de onderhandelingspositie. Dus dat lieten we ook maar zitten. We wilden 'm! Een van de broers bood aan 'm meteen te brengen. En zo reden we een uurtje later over de A9 weer terug naar huis, met achter ons een auto met trailer en boot. Onze boot! Een beetje onwerkelijk was het wel. Zo ga je kijken, zo heb je een boot. En natuurlijk had ik er niet bij stilgestaan dat het niet bij de aanschaf van een boot en motor zou blijven. Zo is de lighaven nog best een duur grapje. En moeten we op zoek naar een dekzeil, wat nog niet meevalt; noch om te vinden, noch om te bekostigen. Maar ja, dan heb je ook wat. Gistermiddag kreeg ik van zoon een sms'je: 'Even varen?' En zo voeren we een half uur later in ons eentje over de Sloterplas. Motor uit, benen in het water en kijken naar overvliegende meeuwen. Instant-vakantiegevoel. Iedere dag bereikbaar. En als ik me nu weer eens afvraag of de toekomst voldoende klussen gaat brengen als zzp'er, dan heb ik voorlopig een eenvoudige oplossing:'Dan verkopen we toch gewoon de boot!'

woensdag 25 mei 2011

Muntthee

Zag net dat Opzij een verhaal aankondigt over munttheemoeders. Moeders die hun kind naar de crèche brengen, om vervolgens op een terrasje muntthee te gaan drinken. Voordat ze op de bakfiets stappen voor de yogales. Lachen natuurlijk, je komt ze hier in Amsterdam bij bosjes tegen, die munttheemoeders. Maar soms ben ik er zelf ook een, vrees ik. Gelukkig heb ik geen crèchekinderen meer en ook geen bakfiets; nooit gehad ook, zo'n bakfiets. Maar verder kan ik me er wel wat bij voorstellen. Zo was ik laatst met een vriendin (ook zzp'er) op het terras van de Ysbreeker. We dronken koffie verkeerd (daar hoef je nog geen Latte te zeggen), maar gingen over op muntthee (precies: na de verse jus). En na het broodje gingen we over op een taartje. En het was zomaar een donderdag. Een werkdag. Voor de vorm had ik graag mijn laptop (een Mac, net als tien andere vrouwen en mannen om ons heen) op de terrastafel gezet; dan leek het nog wat. Maar dat excuus hadden we ook al niet. En die vriendin vertelde over yogales op maandag, en tennisles op vrijdag... Ai! Het is maar goed dat Opzij ons niet zag zitten. De volgende keer gaan we meteen aan het bier!

woensdag 18 mei 2011

Vertrek

De Wester slaat vijf uur. Tijd voor een afscheidswijntje bij een vriendin om de hoek. Ze vertrekt vrijdag voor een paar maanden (!) naar hun familiehuis in Noord-Spanje. Ik krijg acuut zin om mee te gaan. Als altijd trap ik weer in de romantiek van 'koffers pakken', 'naar de zon reizen', 'niks hoeven'. Maar de werkelijkheid is altijd praktischer, gewoner, teleurstellender. Er zijn kleine kinderen bij; er is een lange reis voor de boeg; er moet daar ook gekookt, en een huis schoongehouden; er is nog geen zicht op een nieuwe baan (voor haar), of een nieuwe opdracht (voor hem); van die dingen. Maar toch! Een paar jaar geleden was er een echt afscheid, omdat ze 'voor altijd' naar Spanje zouden emigreren. Toen stond ik daar (ook) jaloers te wezen. Maar binnen een jaar waren ze alweer terug. Het leven was er arm en hard, en de mensen 'achtergebleven', om het zo maar eens te noemen. Maar ja, hoe moet je het anders noemen. Vriendin T. werd er zo'n beetje gekeurd alsof ze een paard was. Waren haar tanden oké? Had ze wel heupen die breed genoeg waren voor een kind dat in de toekomst haar leven zin zou moeten geven? De vrouwen en de mannen waren op feesten en partijen nog strikt gescheiden. De vrouwen droegen binnenshuis alle dagen van de week een schort en pantoffels. Ze voelde zich decennia teruggeslagen, en van de stad een dorp in geslingerd. Nu wonen ze vlakbij de Rozengracht. En horen de Wester slaan door de ramen. Amsterdam. Daar voelen ze zich thuis. Maar nu en dan trekt Spanje toch. Dan gaan ze. En dan wil ik weer mee. Het is een hardnekkige romantiek, dat vertrekken.

dinsdag 10 mei 2011

Long time

Tjee, dat is lang geleden. Sorry mensen, dit is funest. Ik weet het. U haakt natuurlijk af als er zo lang geen nieuwe berichten volgen. Zo'n gat laten vallen is het tegenovergestelde van een cliffhanger, ik begrijp het. Maar er kwam even wat tussen: een sleutelbeenbreuk van zoon na een snowboarduitstapje met school (terwijl het buiten 25 graden was; dat is vragen om problemen), en daardoor een vakantie die geannuleerd moest worden. En in die vakantieweek, die ons weliswaar niet in een camper naar Zweden bracht, deden we alsof we niet thuis waren. Laptop uit, telefoon uit. En zo brachten we - dankzij het mooie weer - een week door op het dakterras. We konden er zelfs de deurbel niet horen. En in Ikea, Loods 5, tuincentrum Osdorp, tuincentrum Het Oosten en nog zo wat (bij)zaken. Want je moet wat met je niet-uitgegeven vakantiegeld. En zo zijn we nu een elektrische koffiebonenmaler (lekker!), een tarp (voor dat dakterras), een poef (je moet toch met je benen omhoog voor het betere bijkomen) en bloemen, kruiden en planten rijker.
We hadden alleen geen tijd die laatste categorie in een pot te zetten. Dus die staan ons nu aan te staren. Als een kleine herinnering aan een vakantie die niet doorging en toch een vakantie werd. Hoe dan ook: wij plannen voorlopig geen reisjes meer. We doen alleen nog maar aan 'op de bonnefooi', en e-ven-tu-eel een last-second reis (een last-minute reis is te veel risico). Gelukkig regent het inmiddels (die planten gaan heus niet dood). En duurt het nog maanden voor de eerste sneeuw valt. Voor een volgende botbreuk...

dinsdag 12 april 2011

Fatboy (waar ga je met dat meisje naartoe?)

Mooie uitvinding: Marktplaats. Ik heb er al heel wat gekocht en verkocht. Zo ook enkele minuten geleden. Er stond een meisje voor de deur. Er was even wat mailverkeer aan voorafgegaan, over adres en tijd enzo. Maar pas vanmiddag had ik de advertentie erop gezet: Fatboy original, rood, z.g.a.n. Vrij snel kwam het bericht, iemand wilde 'm wel komen halen, vanavond al. Fijn, want hij ligt nogal in de weg, sinds dochter op haar verjaardag een hangstoel heeft gekregen (zo'n rieten gevaarte aan een metalen ketting, waarin je een beetje kunt schommelen zodat het best dichtbij de ervaring van een schommelstoel op een Amerikaanse veranda komt; afijn, zo'n ding dus). Maar het laatste mailtje van de koper vond ik enigszins verontrustend: ze kwam met de tram. Ai. Hoe ging ze zo'n Fatboy dan meenemen? Ik nam me stevig voor me niet weer als reddende chauffeur op te werpen; zo heb ik al eens mensen die een tweepersoonsbed kwamen kopen en geen auto bij zich bleken te hebben (?) helemaal naar huis gereden. Was aan benzine nog meer kwijt dan de verkoop van het bed me opleverde. Dat ging ik dus niet weer doen. Ik moet toch een beetje zakelijk worden; anders loop ik nooit binnen. Afijn, daar was ze. En ach, ik smolt al meteen. Zo jong, zo net op kamers. Het geld al afgegeven nog voor ze de Fatboy had gezien. En voor ik het wist, was ze alweer weg. De donkere straat in. Nee, het ging wel. De tram was niet ver, zei ze dapper. Het rode gevaarte droeg ze half voor zich uit, half over zich heen. Zou ze 't halen? Ik wist me nauwelijks raad met mijn ontroering over zoveel dapperheid; meisje toch. Zal ik je niet even naar huis brengen?, wou ik nog roepen. Maar ze was al om de hoek verdwenen. En natuurlijk kan ze 't. En op een dag heeft ze ook zo'n huis, net als ik. En staan er meisjes aan de deur, net als zij vroeger, die hun net veroverde kamer inrichten met zelfstandig opgehaalde spullen. Zo gaat dat. Ze redt 't wel.

maandag 28 maart 2011

Stress

Ik krijg de laatste dagen steeds berichten van onbekende volgers. Die-en-die is now following you on twitter. Kan niet ontkennen dat ik me dan enigszins gevleid voel. Maar vraag me vaak af: waarom? Hoe komen ze aan mij? Zo kreeg ik gisteren een bericht van stressnederland; die ging mij volgen. Help! Daar kreeg ik pas echt stress van. Hoe weten zij dat ik gestrest ben? Kunnen ze dat via mijn twitterberichten voelen? Een soort twittervariant van astro-tv, maar dan echt? Wie of wat had mij verraden? Wat een eng ding is het ook eigenlijk, dat twitter; je hele leven ligt op straat. Je kunt ook niks meer verborgen houden. De stress kwam inmiddels als stoom uit m'n oren. Ik wilde al bijna mijn hele account de deur uitgooien, toen ik me realiseerde dat die jongens natuurlijk alle tweets scannen op het woord stress. En had ik niet onlangs iets getwitterd over eczeem en stress en zo. En dat ik zo niet in een tennisrokje kon verschijnen terwijl het net blotebenenweer is (beter bekend als rokjesdag). Bij deze wil ik even laten weten dat het allang over is. Ik heb al een nieuw tennisrokje gekocht, en 1 april dartel ik zo het veld (sorry, the court) op. En al heb ik een hele winter geen les gehad, noch getennist, daar ben ik NIET gestrest over. Ik herhaal: NIET GESTREST. Als beloning wil ik nu graag een berichtje ontvangen: stressnederland is unfollowing you. Thanks. Da's een hele zorg minder.

dinsdag 22 maart 2011

Retourtje Spanje

Nog een beetje brak. Korte nacht, na een flamenco concert in Carré. Wist eigenlijk niks van flamenco. Maar onze ‘Spaanse vrienden’ uit Naaldwijk zijn fan. We leerden ze kennen op een camping aan de Costa Brava, twee jaar geleden. En hoewel we nogal verschillend zijn, klikte het meteen. Misschien dat de vrijheid ver van huis daarbij een rol speelde? Thuis lijkt het belangrijk dat er een overeenkomst is in hobby’s, opleiding, leefstijl of iets dergelijks. Maar hier telde alleen: samen eten en drinken; vooral veel van allebei. Meer niet. Hoe dan ook, zij danst al jaren flamenco (zij flamencodanst al jaren?). En zo nodigde ze ons uit voor een avond Estrella Morente. De beroemde flamenco zangeres… Had er nog nooit van gehoord eigenlijk. Maar in het kader: doe eens andere dingen dan je normaal doet, gingen we gewoon. Geen idee wat ons te wachten stond. Maar nu ben ik om. Ik ben fan. Al na één avond! Wat een vrouw, wat een stem, wat een uitstraling. Klaagzangen, liefkozingen, woede-uitbarstingen, opzwepend gestampvoet. Ik wilde meeklappen, meestampen, meedoen! Na twee uur kwamen we gelouterd Carré uit. Niet duur toch, zo’n retourtje Spanje!

woensdag 9 maart 2011

Eigen naam

Een vriendin van mij is gescheiden. Daar is op zich niks vreemds aan. Kan ons allemaal overkomen. Maar het vreemde is, vind ik, dat ze nog steeds zijn naam draagt. Of beter kan ik zeggen: ooit zijn naam heeft aangenomen. Want daar begint het natuurlijk. Ik heb dat echt nooit begrepen. Sinds dat niet meer vanzelfsprekend het geval is, doe je het gewoon niet! What's in a name? Nou veel! Samenwonen, trouwen, kinderen krijgen; het gaat allemaal gepaard met concessies, maar die doe je met liefde. Maar je naam afstaan, dat is zoiets als jezelf uitvegen met een grote bordenwisser op een droog schoolbord, terwijl het nare gepiep in je oren blijft hangen. Waarom, wil ik steeds vragen, als ik iemand tegenkom die dezelfde achternaam heeft als haar man. Waarom? Leg het uit, ik begrijp het niet!
Nu ken ik ook vrouwen die zo principieel op hun eigen naam staan, dat hun kinderen de achternaam van de vrouw krijgen, en niet van de man. En die begrijpen weer niet waarom ik dat te ver vind gaan. Weer wat al te agressief vind. Alsof je die man wilt uitwissen: kijk eens, zelf gemaakt. Niemand bij nodig! Kortom, voer voor psychologen. En discussie. Wie biedt?
Ik ben nu wel bang dat die vriendin heel boos wordt. En mij met een grote bordenwisser...

dinsdag 22 februari 2011

Huisje aan zee

Gedoucht. Het is nog vroeg. De rest van het gezin ligt nog diep onder de dekens. Maar ik kan nooit blijven liggen. Thuis al niet, en hier al helemaal niet. De zee die zo dichtbij is, en die mij lokt. Ik moet eruit! Ik ga even aan de keukentafel zitten. En zie door alle ramen rondom een straffe wind en een scherpe zon. Lekker. Jas aan, sjaal hoog en lopen maar. Het park over, een zwaar houten hek door, en dan het schelpenpad. In minder dan vijf minuten sta ik middenin de duinen. Hoor vogels. En verder alleen maar wind. Denk: zee, rust, kracht, adem, ruimte. Een woordspin zou dochter dat noemen. Op die woorden loop ik verder. Een zandpad, pijnbomen, een bankje en daar… is de zee. Ik ga nog net niet rennen. Maar het voelt elke keer als thuiskomen.

woensdag 9 februari 2011

Cito-loterij

Dochter heeft vorige week de cito-toets gedaan. Samen met 7.000 andere kinderen in Amsterdam alleen al. Landelijk weet ik het even niet, maar ik vind dit getal al behoorlijk indrukwekkend. Nu is het afwachten wat de score is. Wie verzint er zoiets? Ik zie mezelf nog zitten, honderd jaar geleden (oké, vijfendertig), op een zonnige dag, met blote benen op het schoolmuurtje (dus deden ze dat later in het jaar dan nu blijkbaar). Zo bang dat ik het verknald had. Stiekem gebedjes richting hemel sturend (het was een christelijke basisschool): Lieve Heer, als ik naar het lyceum mag, dan zal ik nooit meer mijn zus pesten, nooit meer… enzovoorts. Weet niet meer wat ik beloofde, en ook niet of ik me daar aan gehouden heb (zal m’n zus eens vragen). Maar naar dat lyceum ging ik wel. Maar zo gaat het nu niet. Want met de uitslag is de ellende nog niet over. Want dan is er nog een loting in het spel. Dat is toch helemaal niet te geloven. Heb je alles goed gedaan, de cito overleefd; doe je ineens mee aan een loterij. Gelukkig heeft dochter voorrang, dubbel zelfs: zowel qua schooltype, als qua broer. Fijn, als je naar de school van je broer wilt. Maar dat wil ze eigenlijk niet. Maar beter van wel, houden we haar voor. Want de loting is dit jaar nog erger dan voorgaande jaren: 800 kinderen van de 7.000 gaan buiten de boot vallen, is de voorspelling. Da’s bijna 1 op de 10! We hebben er maar een rekensom bijgehaald om de keus voor haar (en onszelf) te versimpelen, een soort redactiesom is het eigenlijk: school A krijgt een 9, school B van broer een 7. Als je gokt op A, en je grijpt ernaast, dan loop je ook B mis (die zit zeker vol), en heb je grote kans op een 5 of lager (een rotschool waar je niet heen wilt, of die helemaal in IJmuiden of Purmerend ligt…). Herkansen is er niet bij. Kortom: ga voor die 7. Maar klopt die som wel? Eieren voor je geld kiezen, of helemaal voor die A gaan… Wat is wijsheid? Op beide scholen krijgen ze filosofie, dat dan weer wel. 

maandag 7 februari 2011

Kleedhokje

Verdorie: verkeerde keuze, op mijn 'vrije' maandagmiddag-voetbal-uurtje. Ik zou meteen aan de koffie en aan de laptop. Maar heb nu nog maar tien minuten, voor de parkeermeter gaat gillen. Maar ja hoor, aan het bordje 'sale' van de sportwinkel kon ik weer eens geen weerstand bieden. Ik zei hardop tegen mezelf: ik heb niks nodig. En toch liep ik naar binnen. Raar hoor. Ik wíl helemaal niet, ik mág helemaal niet (moneywise), en ik dóe het toch. Mannen kunnen dat niet begrijpen, maar veel vrouwen wel (hoop ik). En een kwartier later stond ik me in foute, te krappe en lelijke renbroeken, tennispakken en algemene sportspullen (voor op de camping ofzo) te hijsen. Te heet, geen zin om te passen en chagrijnig van het lelijke licht. Gelukkig was er niks bij. En kon ik met een opgelucht gevoel aan een ramp te zijn ontsnapt de winkel verlaten: pffff, weer geld bespaard! Geen tijd helaas, die ben ik kwijt. Hopelijk komt die wijsheid me ook nog eens aanwaaien. De volgende keer loop ik dus met opgeheven hoofd de Ausverkauf borden voorbij, al schreeuwen ze nog zo hard. Ik trap er niet meer in! Nog maar een koffie dan; goede voornemens moet je meteen vieren voordat je ze vergeten bent.

maandag 31 januari 2011

voetbaltijd

Ik ben overstag: ik heb vorige week een koffiestrippenkaart gekocht. Bij zo'n hippe koffieketen, waar je echt niet in guldens moet uitrekenen wat een kopje koffie kost. En met die strippen kun je dat ook lekker vergeten. Het lijkt wel een cadeautje. En dus zit ik hier alweer, met koffie (latte, heet dat hier). Want ja, ik heb toch een strippenkaart. Vorige week maandag zat ik zelfs twee keer bij deze club, waarvan ik nu dan officieel lid ben: 's ochtends met dochter (om te vieren dat ze de orthodontist had overleefd) en 's middags met zoon (om te vieren dat hij de eerste week school na de griep had overleefd). Ik ken inmiddels alle smaken uit mijn hoofd, prijzen erbij en wat je bespaart met die strippen. Of uitgeeft. Maar daar denk ik dan weer liever niet aan. Want in feite spaar ik nu elke maandag tijd én geld, dacht ik zo. Tijd, want dochter is nu aan het trainen, en ik kan hier gewoon doorwerken. Geld, want bij de voetbalclub moet je parkeergeld betalen en hier niet (alleen het symbolische bedrag van € 0,10). En omdat tijd ook geld is, zit ik hier dus eigenlijk geld te verdienen. Goed gevoel. Gewoon gratis, bij de koffie.

zondag 23 januari 2011

Beugeldokter

Morgen met dochter naar de orthodontist. Voor advies, heet het dan. Jaja, alsof ze ooit wel eens iemand een beugel afraden. Dit wordt gewoon de zoveelste zekerstelling van zijn vakantiehuis in Spanje. Daar liepen we vorig jaar in een supermarkt aan de Costa Brava zomaar tegen 'onze ortho' aan. Of nee: we zagen hem, en doken weg achter de blikken vis. Als hij zag dat wij waren, waar hij ook was, viel de volgende rekening vast nog duurder uit. Wat ben ik blij dat er vroeger een stuk minder esthetisch werd gekeken naar onze gebitten. Makkelijk praten misschien, want in mijn geval viel het best goed uit. Zomaar vanzelf. En volgens mij hebben onze kinderen ook helemaal geen beugel nodig. Maar nee hoor, in het adviesgesprek word je een doemscenario voorgespiegeld, waarbij - als we nu niet preventief ingrijpen - er een enorme centenbak kan opduiken, of juist een overbite, wie zal het zeggen. En áls dat het geval is, dan moeten er complete kaken doorgezaagd worden en god mag weten wat nog meer. Nou, dat willen wij als ouders natuurlijk niet op ons geweten hebben. Nee meneer. Dus vooruit dan maar. Nu ben ik dus de hele tijd aan het oefenen om niet te kokhalzen als dochter in blokken gips met aardbeiensmaak moet bijten. "Als dat naar aardbeien smaakt, dan is dit een varken", zei zoon gisteravond toen we kip aten. Leuk vooruitzicht. Ik heb nog twintig uur.

maandag 17 januari 2011

Blauwe maandag?

Ik heb eigenlijk helemaal geen last van deze zogenaamde blue monday. Ik hoor en lees al de hele dag (en die is nog maar net begonnen eigenlijk) over dit mij onbekende fenomeen. Op de derde maandag van het jaar zou iedereen collectief depressief zijn. Omdat de voornemens nu al onhaalbaar blijken. En de lente nog ver weg is. Je zou depressief worden van zoveel sombere berichten. Maar ik had helemaal geen goede voornemens; dat scheelt. En volgens mij begon gisteren de lente! De zon scheen. Ik zag blote benen op mijn rondje Sloterplas. En het begin van sneeuwklokjes. En we gingen met de hele familie naar IJmuiden. Lekker uitwaaieren, zoals mijn zoon dat zo mooi noemt. En daarna maakte ik de perfecte kaasfondue, al zeg ik het zelf. Met de hand geraspt, want de keukenmachine maakt er altijd zo'n toestand van, dat ik maar weer ben overgegaan op handwerk. En zo zaten wij aan een winterse maaltijd, op onze nieuwe stoelen (die eigenlijk tuinstoelen zijn, maar wie bepaalt dat) na een wandeling aan zee in de zon. Winter en lente, binnen en buiten; alles door elkaar. En nu zit ik zo vol van die kaasfondue, dat ik de juiste bodem heb tegen katterige blauwe maandaggevoelens. Die smelten weg als flinterige kaasrasp in warme witte wijn. Hopelijk werkt het tot dinsdag. Dat is míjn klassieke blues dag...

zondag 9 januari 2011

Margriet in Libelle?

Je moet die blogs van je eens laten lezen aan Libelle, Margriet of Viva. Zei een oud-collega onlangs. En inmiddels heb ik de stoute schoenen aangetrokken. En Libelle gemaild. Vorige zomer werd ik namelijk geselecteerd voor een workshop Columns Schrijven, die werd gehouden tijdens de Libelle Zomerweek. Afijn, ietwat beschaamd toog ik naar Almere Strand, waar ik druk mijn best deed uit te stralen dat ik voor iets héél anders kwam dan iedereen. (Hoewel ik daar wel de lekkerste spijkerbroek ever heb gescoord, dus dat uitje was hoe dan ook nuttig.) Ik deed er niet direct onmisbare schrijftips op, maar hoopte natuurlijk stiekem als dé nieuwe columniste gespot te worden. Met alvast een voorschot, zodat ik wel tien spijkerbroeken had kunnen kopen. Maar zo ging het natuurlijk niet. Er bleek zelfs een wedstrijd van 'de beste column' aan te hangen, en die had ik ook al niet gewonnen. Ik wist helemaal niet dat het een wedstrijd was geweest. Potverdorie. Ik had een stukje ingestuurd om aan de workshop mee te mogen doen, en ter plekke een wedstrijd aan te gaan; maar nu bleek de wedstrijd gelopen koers. Alsof je naar een tenniswedstrijd komt, in vol ornaat, helemaal fit en er klaar voor; en dán blijkt dat alle punten van de weken ervoor zijn opgeteld. En nee, de beker gaat aan je neus voorbij. Maar nu heb ik ze dus gemaild, en wacht ik op antwoord. Maar ik vrees eigenlijk dat het zal struikelen op mijn náám: kan Libelle een columniste hebben die Margriet heet? Dat is voor de lezers vast net zo verwarrend als een column van Libelle in Margriet...

zaterdag 8 januari 2011

Weekendbijdrage

Het zaterdagse thuis-uit-eten zit er weer op. Kip in een tomaten-roomsaus dit keer. Onze privé topkok draait nu plaatjes. De bijna betere zoon ligt met laptop op de bank. Dochter is boven sieraden aan het maken. En ik, ik kijk en hoor dat alles gelukzalig aan. Terwijl ik ondertussen de vaat wegwerk. En misschien is het dat praktische werk, wat me met beide benen op de grond werpt. Want ineens vraag ik me verontrust af: wat is eigenlijk míjn bijdrage aan dit geheel? Tuurlijk, het is fijn dat iemand de vaat doet. Eigenlijk is dat zoons taak, maar ja, die is nog immer herstellende van de griep. Dus nuttig ben ik wel. Maar is dat een onmísbare bijdrage? Iets waar de wereld, al is het deze kleine wereld, beter van wordt? Maar voordat ik mijn vaatdoek in de ring gooi, bedenk ik: die liedjes draait hij ook voor mij! En als ik naar boven verdwijn om dit op te schrijven, vinden ze dat ongezellig. En vanochtend vroeg was ík het die de rit naar het voetbalveld maakte, zodat de kok kon uitslapen. En nu zet ik thee, met iets lekkers erbij. Spectaculair is het niet. Maar het is minder leuk zonder mij erbij! Of is dat dan weer (te) onbescheiden?

woensdag 5 januari 2011

Hoe het gaat?

Kreeg net bericht van een potentiële klant, waar ik binnenkort op visite mag: "We hoorden al dat het zo goed met je ging. Is het toch allemaal goed gekomen!" Help! Want dat klinkt allemaal leuk en aardig, en toegegeven: ik had een vliegende start; maar denken ze nu dat ik ze niet meer nodig heb? Hoe doet een mens (lees: een zzp'er) dat? Het midden vinden tussen laten zien dat het goed met je gaat, en tegelijk uitstralen ruimte te hebben voor een nieuwe klant, zonder al te gretig (wanhopig) over te komen? Daar moet ik nog even op oefenen geloof ik! Iemand suggesties? Mail me! Of klinkt dat al te wanhopig? Het gaat verder namelijk hart-stik-ke goed hoor!