zondag 28 maart 2010

Ik kan er een boek over schrijven

Kreeg vandaag een mail van een oud-collega: JIJ MOET ECHT GAAN SCHRIJVEN AAN EEN ROMAN!!! In kapitalen dus. Best fijn, zo'n duidelijke opdracht. Dat had ik echt even nodig. Zeker nu ik me al meer dan een week beweeg tussen razernij en wanhoop. Wat een raar jaar is dit! Gebroken been, kantoor weg, Volvo naar god en toen ik dacht dat het wel genoeg was, kregen we vorige week een telefoontje dat mijn zoon geschorst is door school...
De beschuldiging luidt: 'betrokken bij hacking'. Laat me niet lachen. Hij zat erbij en keek ernaar. Hysterische reactie van de schoolleiding. De leraren en de mentor snappen er ook niks van, laat staan de medeleerlingen. Maar Barbertje moet hangen.
Ruim een week zijn we nu al bezig de school te laten zien dat de verhoudingen zoek zijn. Maar we lopen tegen een muur op. Het enige wat het oplevert is dat het nu ook naar de politie gaat (hij mag inmiddels wel weer naar school. Maar liever hield ik 'm thuis... uit protest!). Na tig brieven, mailtjes en telefoontjes aan mentor, deelschoolleider, conrector, rector en bestuur zijn we geen centimeter opgeschoten. Ik zou er een boék over kunnen schrijven inmiddels. En kijk, dat is dus nu precies wat ik ga doen. Misschien is een bedankbriefje aan de school nu dan wel leuk. Is weer eens wat anders na een week keurig beschaafd schelden!

donderdag 18 maart 2010

Volvoverdriet

Gisteren slecht nieuws: onze Volvo heeft zoveel gebreken, dat het 'economisch niet meer verantwoord is' - zoals Hans de Garageman zei - alle benodigde operaties uit te voeren. Of we 'm maar wilden komen halen. In grafstemming reden we in de leenauto van huis naar de garage, om onze Polar op te halen. Ik durfde nauwelijks naar 'm te kijken. Zou hij weten dat 'ie op sterven na dood is? Personificatie, heel kinderlijk, absoluut onvolwassen. Een auto kan niet voelen. Maar al die vakanties dan, met de tent achterin naar de Vendée, Bretagne, Atlantische kust, Spanje. Hij hoort bij ons! Wij houden van die auto! Thuis zette mijn dochter het op een huilen bij de onheilstijding. En ik weet nog dat ik vroeger zo moest huilen toen de rode Fiat 500 van mijn moeder werd opgehaald voor de sloop. De koplampen van de auto staarden me zielig aan; hij lachte niet meer. En toen ik 's avonds mijn dochter hoorde huilen in bed, van verdriet om onze Polar, kon ik me maar net goedhouden. Nog twee maanden, dan gaan we 'm begraven.


zaterdag 13 maart 2010

Bibliotheekgeluk

Gisteren, op mijn vrije dag, trok ik erop uit. Naar de oba. De nieuwe grote openbare bieb in Amsterdam. Was er nog nooit geweest. Maar ineens wist ik dat ik daar nu naar toe moest. Met tram 13 naar het Centraal Station. En dan lopen langs en over de puinhopen van de Noord-Zuidlijn en vele andere bouwactiviteiten. Viel nog niet mee met één stok, maar ik voelde me vrij. Blij daar te kunnen lopen, al was het dan mank, en nog een hele dag voor me die ik helemaal zelf mocht invullen. Misschien dat ik ook nog het pontje ging nemen naar Noord. Voor instant vakantiegevoel op het water, hoe kort ook, en een broodje aan de overkant. Maar daar kwam het niet eens van. Ik was in de bieb en ik voelde het weer, net als vroeger: laat mij maar hier. Tussen al die boeken. Het geluksgevoel van de woensdagmiddag als ik ongeduldig stond te wiebelen voor de deur van de bieb. Te wachten tot 'ie openging en ik ein-de-lijk weer drie (of waren het er maximaal vijf?) boeken mee mocht nemen. Hoe dan ook waren ze zondag alweer uit. En dan begon het wachten weer, tot woensdag.
Na over alle afdelingen te hebben gedwaald (tik-tak deed mijn stok, dus ik had veel bekijks) en koffie te hebben gedronken op de bovenste etage, werd ik meteen ook maar weer lid. Ook al leen ik geen boeken, en koop ik ze liever. Hier ga ik vast vaker komen. En een tijdlang zat ik op een luie stoel, met uitzicht op de Prins Hendrikkade en het Nemo, Amsterdam vanaf de 4e etage. Te lezen in Titaantjes, schrijvers schrijven zichzelf, de boekenweekuitgave van dit jaar. Meegenomen van huis. Me te verbazen over mijn eigen rust. En ik vroeg me heel even serieus af, zouden ze geen baantje voor me hebben hier?

donderdag 11 maart 2010

Machteloos

Ben in het ziekenhuis voor controle. Welke arts zal ik nu weer krijgen? Dan komt er een moeder met een meisje van een jaar of acht in een rolstoel. Ze hangt er een beetje scheef in. En ze kreunt voortdurend. Het is na vijf minuten al niet meer om aan te horen, zo zielig! Kan er een arts komen alstublieft?! Dit lijkt me een noodgeval! Maar de moeder vertelt dat het al de hele nacht zo gaat. De buren hebben vast ook niet geslapen. Het meisje en haar moeder in elk geval niet. Ze vertelt dat haar dochter een paar weken geleden van de trap is gevallen en haar heup heeft gebroken. Ze heeft twee weken in het ziekenhuis gelegen, maar het moet bij kinderen vanzelf genezen. Ze konden niet veel meer voor haar doen. En dus is ze nu alweer een tijdje thuis. Maar ze heeft voortdurend pijn, en de pijnstillers werken niet. De moeder is wanhopig, al lacht ze er dapper bij. Het is zwaar, zegt ze. Dat lijkt me een understatement.
Ik voel me meteen zo ontzettend schuldig dat ik me zorgen maakte over dat been van mij. Tien keer liever heb je zelf iets dan je kind. En ik heb niet eens pijn. Als ik het ziekenhuis uitloop, zie ik ze zitten in een andere wachtkamer. Ik zwaai even. De moeder zwaait terug. Bij de uitgang wil ik bijna een beer kopen, voor het meisje, of de moeder. Maar dat gaat wat ver. Ik hoop op een beer van een arts voor ze.

vrijdag 5 maart 2010

Revalideren (moet ik nog leren)

Man Frans voorspelde het al: straks wordt het pas echt moeilijk. Als het gips eraf is en je eindelijk kunt beginnen met revalideren. Dán komt het aan op geduld. Jezelf niet forceren. Terugvallen incasseren etc. Hij mocht het zeggen, want hij heeft ervaring; knieoperaties die sinds zijn achttiende een streep door voetbalambities zetten. Maar tóch leek het me onzin. Ik kon niet wáchten om te beginnen. Ik zou wel eens laten zien hoe snel ik dit hele gedoe achter me zou laten. Maar dat het zo is, weet ik nu: revalideren is ver-schrik-ke-lijk moeilijk, langdurig, tergend, frustrerend! Ik ben gisteren voor het eerst naar de sportzaal gegaan (lees: oefenzaal van de fysiotherapiepraktijk, maar dat klinkt zo lullig) en heb me in mijn enthousiasme enorm geforceerd. Thuisgekomen na een half uur op de fiets, loopband en step had ik een enkel die wel met een fietspomp opgeblazen leek. Ik viel bijna flauw van de aanblik. 's Avonds met paracetamol naar bed. Vanmorgen leek het mee te vallen, hij was behoorlijk geslonken. Dus óp naar de 'sportzaal' en fietsen en lopen (de step laat ik voorlopig maar even links liggen). Maar wéér is de enkel opgeblazen en pijnlijk. Dus lig ik vandaag weer met mijn been omhoog op de bank. Die bank waar ik eindelijk vanaf was. Terug bij af (ga niet langs Start, u ontvangt geen 20.000 gulden; ik heb nog de oude versie). En ik kan het niet uitstaan!

donderdag 4 maart 2010

Lentelied

Ik wou dat het lente was.
Ik wil naar buiten zonder jas!

(Zit daar geen hitje in?)

maandag 1 maart 2010

Ik ben?

Ik denk dus ik ben. Of: ik voel dus ik ben. Of: ik koop dus ik ben. Of: ik werk dus ik ben. Wat is waar? De filosofen zijn er ook nog niet uit. Elke eeuw wordt er wel een andere ik-ben-wet uitgevonden. En ik weet het al helemaal niet. Denk me al de hele dag een slag in de rondte over dit probleem (wat zeg ik, al járen) maar kom niet dichterbij een oplossing. Sinds vandaag werk ik weer. Maar of ik dan ook weer 'ben'? Voelen dan, tja, ingewikkeld; voel me vooral ongelukkig dat ik dit raadsel alsmaar niet kan oplossen. En vorige week heb ik me suf gekocht; een inhaalslag na een kooploos bestaan van weken (was bijna m'n pincode vergeten!). Maar ´ben´ ik daar beter van geworden?
Ik wou dat ik weer kon tennissen. Dan kon ik in elk geval zeggen: ik ben fanatiek! Da´s in elk geval iéts, toch?