zaterdag 9 oktober 2010

Getallen

Mistig was het, afgelopen donderdag, 7 oktober. Zo mistig dat ik op de weg van Amsterdam naar Friesland tussen Almere en Lelystad een uur van de weg af ben gegaan, en bijna niet verder durfde rijden. Het kon toch niet de bedoeling zijn dat ik het loodje zou leggen nu ik na eenentwintig jaar eindelijk de moed had om een graf te bezoeken. Het graf van mijn vader. Tweeënhalf uur deed ik er uiteindelijk over om in W. te komen. Het dorp waar mijn ouders drie jaar woonden, toen mijn vader onverwacht overleed. Het dorp waar mijn moeder nog zeventien jaar zou wonen, maar waar ik al ruim vijftien jaar geen voet meer heb gezet. Ik herkende hier en daar wel wat (de brug, de molen, het huis), maar het meeste kwam me onbekend voor. Dat kerkje, stond dat er altijd al? Die huizen aan het water; wat is het hier eigenlijk mooi, was dat toen ook? Waarom kon ik die dingen in godsnaam nu pas zien? Nou ja, eigenlijk weet ik het wel, waarom. Maar het was schokkend om tussen mezelf van toen en mezelf van nu eenentwintig jaar te weten. Wat een lange reis.
Na de koffie in W. (wachtend op het optrekken van de mist, vermomd als toerist met camera, stiekem hopend dat ik niet te zeer op mijn moeder leek om vragen uit te lokken), reed ik naar de begraafplaats, die ergens op de weg naar B. moest zijn. Ik vond het al snel, maar realiseerde me ineens dat ik nog geen bloemen bij me had. Op naar het plaatsje B. dan maar. Maar toen ik daar eenmaal langs de slager (een onsje rosbief alstublieft) en de bakker (een pistoletje graag) was geslenterd, bleek de bloemist dicht. Het was kwart over twaalf. Helemaal vergeten, ik was in een dorp: winkels sluiten er net als in Frankrijk tussen de middag. Dus moest ik nóg een uur wachten. Toen de bloemist eindelijk open was, wist ik ineens helemaal niet wat ik mee wilde nemen. Eén roos? Nee te weinig. Drie dan, maar hoezo? En toen wist ik het: eenentwintig rozen. Voor al die jaren dat hij dood was. Voor al die jaren dat het me had gekost om het te aanvaarden één. En toen stond ik er ineens. Oog in oog met een grote marmeren steen, op een kleine begraafplaats tussen de weilanden, ergens in Friesland. Met daarop de naam van mijn vader en de datum: 7 oktober 1989. Nu pas was het werkelijk waar. Nu pas was hij echt dood. Nu pas kon ik erom huilen. Sorry pa, dat het zo lang moest duren. Ik kom vanaf nu elk jaar even bij je langs, beloofd!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten