donderdag 16 december 2010

De tram

Snipverkouden. Dat krijg je als je uit angst voor de beijzelde wegen deze dagen de tram neemt. Iedereen weet het: als je een besmettelijke ziekte wilt oplopen: neem een willekeurige tram in Amsterdam. Het is altijd raak, ik neem de tram en een week later heb ik griep. Ook al hou ik m'n handschoenen aan (het is nu per slot van rekening koud genoeg om niet meteen verdacht te worden van smetvrees); er zit altijd wel een hoestende en proestende man (nee geen vrouw, die zijn ook op dit vlak bescheidener!) dichtbij genoeg om door mijn sjaal te komen. En met een mondkapje á la een Chinese treinreiziger voel ik me toch een beetje voor gek staan. Nu poch ik er altijd over dat ik heus niet zo ver van het centrum woon, omdat ik met de 7, 13 en 14 in no time middenin de stad sta. Maar liever neem ik die tram dus helemaal niet. Laat mij maar fietsen, lopen of autorijden. Behalve dus, als er zoveel ijs op de wegen ligt dat je bijna kunt schaatsen. Dan moét die tram dus wel. En hoe comfortabel dat verder ook is, zo'n tram ruikt in de winter altijd naar natte hond. En is dus één grote virusverspreider op wielen. Waarom lees je daar nou nooit iets over? Ik kan me zo voorstellen dat het de grote onbekende factor is bij het werven voor het openbaar vervoer. Misschien moet de GVB bij aanschaf van een OV-chipkaart een griepprik cadeau doen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten